De of het trien? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord trien? Is het de trien of het trien? Het juiste lidwoord dat je voor het woord trien moet gebruiken is:
De trien
Aanwijzend voornaamwoord trien
Dit of deze trien: deze trien
Dat of die trien: die trien

Bezittelijk voornaamwoord trien
Onze of ons trien: onze trien
Jouw of jou: jouw trien

Elke of elk trien?
Elke trien
Gerelateerd aan trien