De of het treinpassagier? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord treinpassagier? Is het de treinpassagier of het treinpassagier? Het juiste lidwoord dat je voor het woord treinpassagier moet gebruiken is:
De treinpassagier
Aanwijzend voornaamwoord treinpassagier
Dit of deze treinpassagier: deze treinpassagier
Dat of die treinpassagier: die treinpassagier

Bezittelijk voornaamwoord treinpassagier
Onze of ons treinpassagier: onze treinpassagier
Jouw of jou: jouw treinpassagier

Elke of elk treinpassagier?
Elke treinpassagier
Gerelateerd aan treinpassagier