De of het tras? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tras? Is het de tras of het tras? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord tras kunt gebruiken zijn:
De trasHet tras
Aanwijzend voornaamwoord tras
Dit of deze tras: dit tras / deze tras
Dat of die tras: dat tras / die tras

Bezittelijk voornaamwoord tras
Onze of ons tras: onze tras / ons tras
Jouw of jou: jouw tras

Elke of elk tras?
Elke tras / elk tras
Gerelateerd aan tras