De of het trap? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord trap? Is het de trap of het trap? Het juiste lidwoord dat je voor het woord trap moet gebruiken is:
De trap
Aanwijzend voornaamwoord trap
Dit of deze trap: deze trap
Dat of die trap: die trap

Bezittelijk voornaamwoord trap
Onze of ons trap: onze trap
Jouw of jou: jouw trap

Elke of elk trap?
Elke trap
Gerelateerd aan trap