De of het trainingsbroek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord trainingsbroek? Is het de trainingsbroek of het trainingsbroek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord trainingsbroek moet gebruiken is:
De trainingsbroek
Aanwijzend voornaamwoord trainingsbroek
Dit of deze trainingsbroek: deze trainingsbroek
Dat of die trainingsbroek: die trainingsbroek

Bezittelijk voornaamwoord trainingsbroek
Onze of ons trainingsbroek: onze trainingsbroek
Jouw of jou: jouw trainingsbroek

Elke of elk trainingsbroek?
Elke trainingsbroek
Gerelateerd aan trainingsbroek