De of het tracheïtis? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tracheïtis? Is het de tracheïtis of het tracheïtis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tracheïtis moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord tracheïtis
Dit of deze tracheïtis:
deze tracheïtis
Dat of die tracheïtis:
die tracheïtis
Bezittelijk voornaamwoord tracheïtis
Onze of ons tracheïtis:
onze tracheïtis
Jouw of jou:
jouw tracheïtis
Elke of elk tracheïtis?Elke tracheïtis
Gerelateerd aan tracheïtis