De of het traanbeen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord traanbeen? Is het de traanbeen of het traanbeen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord traanbeen moet gebruiken is:
Het traanbeen
Aanwijzend voornaamwoord traanbeen
Dit of deze traanbeen: dit traanbeen
Dat of die traanbeen: dat traanbeen

Bezittelijk voornaamwoord traanbeen
Onze of ons traanbeen: ons traanbeen
Jouw of jou: jouw traanbeen

Elke of elk traanbeen?
Elk traanbeen
Gerelateerd aan traanbeen