De of het toneelspeler? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord toneelspeler? Is het de toneelspeler of het toneelspeler? Het juiste lidwoord dat je voor het woord toneelspeler moet gebruiken is:
De toneelspeler
Aanwijzend voornaamwoord toneelspeler
Dit of deze toneelspeler: deze toneelspeler
Dat of die toneelspeler: die toneelspeler

Bezittelijk voornaamwoord toneelspeler
Onze of ons toneelspeler: onze toneelspeler
Jouw of jou: jouw toneelspeler

Elke of elk toneelspeler?
Elke toneelspeler
Gerelateerd aan toneelspeler