De of het toiletdeur? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord toiletdeur? Is het de toiletdeur of het toiletdeur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord toiletdeur moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord toiletdeur
Dit of deze toiletdeur:
deze toiletdeur
Dat of die toiletdeur:
die toiletdeur
Bezittelijk voornaamwoord toiletdeur
Onze of ons toiletdeur:
onze toiletdeur
Jouw of jou:
jouw toiletdeur
Elke of elk toiletdeur?Elke toiletdeur
Gerelateerd aan toiletdeur