De of het toeristenval? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord toeristenval? Is het de toeristenval of het toeristenval? Het juiste lidwoord dat je voor het woord toeristenval moet gebruiken is:
De toeristenval
Aanwijzend voornaamwoord toeristenval
Dit of deze toeristenval: deze toeristenval
Dat of die toeristenval: die toeristenval

Bezittelijk voornaamwoord toeristenval
Onze of ons toeristenval: onze toeristenval
Jouw of jou: jouw toeristenval

Elke of elk toeristenval?
Elke toeristenval
Gerelateerd aan toeristenval