De of het Tima? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Tima? Is het de Tima of het Tima? Het juiste lidwoord dat je voor het woord Tima moet gebruiken is:
Het Tima
Aanwijzend voornaamwoord Tima
Dit of deze Tima: dit Tima
Dat of die Tima: dat Tima

Bezittelijk voornaamwoord Tima
Onze of ons Tima: ons Tima
Jouw of jou: jouw Tima

Elke of elk Tima?
Elk Tima
Gerelateerd aan Tima