De of het tiens? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tiens? Is het de tiens of het tiens? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tiens moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord tiens
Dit of deze tiens:
deze tiens
Dat of die tiens:
die tiens
Bezittelijk voornaamwoord tiens
Onze of ons tiens:
onze tiens
Jouw of jou:
jouw tiens
Elke of elk tiens?Elke tiens
Gerelateerd aan tiens