De of het thuisyoga? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord thuisyoga? Is het de thuisyoga of het thuisyoga? Het juiste lidwoord dat je voor het woord thuisyoga moet gebruiken is:
De thuisyoga
Aanwijzend voornaamwoord thuisyoga
Dit of deze thuisyoga: deze thuisyoga
Dat of die thuisyoga: die thuisyoga

Bezittelijk voornaamwoord thuisyoga
Onze of ons thuisyoga: onze thuisyoga
Jouw of jou: jouw thuisyoga

Elke of elk thuisyoga?
Elke thuisyoga
Gerelateerd aan thuisyoga