De of het thuiswedstrijd? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord thuiswedstrijd? Is het de thuiswedstrijd of het thuiswedstrijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord thuiswedstrijd moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord thuiswedstrijd
Dit of deze thuiswedstrijd:
deze thuiswedstrijd
Dat of die thuiswedstrijd:
die thuiswedstrijd
Bezittelijk voornaamwoord thuiswedstrijd
Onze of ons thuiswedstrijd:
onze thuiswedstrijd
Jouw of jou:
jouw thuiswedstrijd
Elke of elk thuiswedstrijd?Elke thuiswedstrijd
Gerelateerd aan thuiswedstrijd