De of het thuisreis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord thuisreis? Is het de thuisreis of het thuisreis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord thuisreis moet gebruiken is:
De thuisreis
Aanwijzend voornaamwoord thuisreis
Dit of deze thuisreis: deze thuisreis
Dat of die thuisreis: die thuisreis

Bezittelijk voornaamwoord thuisreis
Onze of ons thuisreis: onze thuisreis
Jouw of jou: jouw thuisreis

Elke of elk thuisreis?
Elke thuisreis
Gerelateerd aan thuisreis