De of het thuiskapper? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord thuiskapper? Is het de thuiskapper of het thuiskapper? Het juiste lidwoord dat je voor het woord thuiskapper moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord thuiskapper
Dit of deze thuiskapper:
deze thuiskapper
Dat of die thuiskapper:
die thuiskapper
Bezittelijk voornaamwoord thuiskapper
Onze of ons thuiskapper:
onze thuiskapper
Jouw of jou:
jouw thuiskapper
Elke of elk thuiskapper?Elke thuiskapper
Gerelateerd aan thuiskapper