De of het thuisduel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord thuisduel? Is het de thuisduel of het thuisduel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord thuisduel moet gebruiken is:
Het thuisduel
Aanwijzend voornaamwoord thuisduel
Dit of deze thuisduel: dit thuisduel
Dat of die thuisduel: dat thuisduel

Bezittelijk voornaamwoord thuisduel
Onze of ons thuisduel: ons thuisduel
Jouw of jou: jouw thuisduel

Elke of elk thuisduel?
Elk thuisduel
Gerelateerd aan thuisduel