De of het thiocarbonaat? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord thiocarbonaat? Is het de thiocarbonaat of het thiocarbonaat? Het juiste lidwoord dat je voor het woord thiocarbonaat moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord thiocarbonaat
Dit of deze thiocarbonaat:
dit thiocarbonaat
Dat of die thiocarbonaat:
dat thiocarbonaat
Bezittelijk voornaamwoord thiocarbonaat
Onze of ons thiocarbonaat:
ons thiocarbonaat
Jouw of jou:
jouw thiocarbonaat
Elke of elk thiocarbonaat?Elk thiocarbonaat
Gerelateerd aan thiocarbonaat