De of het testkaart? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord testkaart? Is het de testkaart of het testkaart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord testkaart moet gebruiken is:
De testkaart
Aanwijzend voornaamwoord testkaart
Dit of deze testkaart: deze testkaart
Dat of die testkaart: die testkaart

Bezittelijk voornaamwoord testkaart
Onze of ons testkaart: onze testkaart
Jouw of jou: jouw testkaart

Elke of elk testkaart?
Elke testkaart
Gerelateerd aan testkaart