De of het territorialiteitsbeginsel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord territorialiteitsbeginsel? Is het de territorialiteitsbeginsel of het territorialiteitsbeginsel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord territorialiteitsbeginsel moet gebruiken is:
Het territorialiteitsbeginsel
Aanwijzend voornaamwoord territorialiteitsbeginsel
Dit of deze territorialiteitsbeginsel:
dit territorialiteitsbeginsel
Dat of die territorialiteitsbeginsel:
dat territorialiteitsbeginsel
Bezittelijk voornaamwoord territorialiteitsbeginsel
Onze of ons territorialiteitsbeginsel:
ons territorialiteitsbeginsel
Jouw of jou: jouw territorialiteitsbeginsel
Elke of elk territorialiteitsbeginsel? Elk territorialiteitsbeginsel