De of het tennisles? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tennisles? Is het de tennisles of het tennisles? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tennisles moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord tennisles
Dit of deze tennisles:
deze tennisles
Dat of die tennisles:
die tennisles
Bezittelijk voornaamwoord tennisles
Onze of ons tennisles:
onze tennisles
Jouw of jou:
jouw tennisles
Elke of elk tennisles?Elke tennisles
Gerelateerd aan tennisles