De of het tempo? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tempo? Is het de tempo of het tempo? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tempo moet gebruiken is:
Het tempo
Aanwijzend voornaamwoord tempo
Dit of deze tempo: dit tempo
Dat of die tempo: dat tempo

Bezittelijk voornaamwoord tempo
Onze of ons tempo: ons tempo
Jouw of jou: jouw tempo

Elke of elk tempo?
Elk tempo
Gerelateerd aan tempo