De of het tegengunst? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tegengunst? Is het de tegengunst of het tegengunst? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tegengunst moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord tegengunst
Dit of deze tegengunst:
deze tegengunst
Dat of die tegengunst:
die tegengunst
Bezittelijk voornaamwoord tegengunst
Onze of ons tegengunst:
onze tegengunst
Jouw of jou:
jouw tegengunst
Elke of elk tegengunst?Elke tegengunst
Gerelateerd aan tegengunst