De of het tegenbezoek? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tegenbezoek? Is het de tegenbezoek of het tegenbezoek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tegenbezoek moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord tegenbezoek
Dit of deze tegenbezoek:
dit tegenbezoek
Dat of die tegenbezoek:
dat tegenbezoek
Bezittelijk voornaamwoord tegenbezoek
Onze of ons tegenbezoek:
ons tegenbezoek
Jouw of jou:
jouw tegenbezoek
Elke of elk tegenbezoek?Elk tegenbezoek
Gerelateerd aan tegenbezoek