De of het tandpijn? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tandpijn? Is het de tandpijn of het tandpijn? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tandpijn moet gebruiken is:
De tandpijn
Aanwijzend voornaamwoord tandpijn
Dit of deze tandpijn: deze tandpijn
Dat of die tandpijn: die tandpijn

Bezittelijk voornaamwoord tandpijn
Onze of ons tandpijn: onze tandpijn
Jouw of jou: jouw tandpijn

Elke of elk tandpijn?
Elke tandpijn
Gerelateerd aan tandpijn