De of het tafelkleed? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tafelkleed? Is het de tafelkleed of het tafelkleed? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tafelkleed moet gebruiken is:
Het tafelkleed
Aanwijzend voornaamwoord tafelkleed
Dit of deze tafelkleed: dit tafelkleed
Dat of die tafelkleed: dat tafelkleed

Bezittelijk voornaamwoord tafelkleed
Onze of ons tafelkleed: ons tafelkleed
Jouw of jou: jouw tafelkleed

Elke of elk tafelkleed?
Elk tafelkleed
Gerelateerd aan tafelkleed