De of het tafelgenoot? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tafelgenoot? Is het de tafelgenoot of het tafelgenoot? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tafelgenoot moet gebruiken is:
De tafelgenoot
Aanwijzend voornaamwoord tafelgenoot
Dit of deze tafelgenoot: deze tafelgenoot
Dat of die tafelgenoot: die tafelgenoot

Bezittelijk voornaamwoord tafelgenoot
Onze of ons tafelgenoot: onze tafelgenoot
Jouw of jou: jouw tafelgenoot

Elke of elk tafelgenoot?
Elke tafelgenoot
Gerelateerd aan tafelgenoot