De of het tachtigen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord tachtigen? Is het de tachtigen of het tachtigen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord tachtigen moet gebruiken is:
Het tachtigen
Aanwijzend voornaamwoord tachtigen
Dit of deze tachtigen: dit tachtigen
Dat of die tachtigen: dat tachtigen

Bezittelijk voornaamwoord tachtigen
Onze of ons tachtigen: ons tachtigen
Jouw of jou: jouw tachtigen

Elke of elk tachtigen?
Elk tachtigen
Gerelateerd aan tachtigen