De of het taalspel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord taalspel? Is het de taalspel of het taalspel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord taalspel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord taalspel
Dit of deze taalspel:
dit taalspel
Dat of die taalspel:
dat taalspel
Bezittelijk voornaamwoord taalspel
Onze of ons taalspel:
ons taalspel
Jouw of jou:
jouw taalspel
Elke of elk taalspel?Elk taalspel
Gerelateerd aan taalspel