De of het taalonderwijs? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord taalonderwijs? Is het de taalonderwijs of het taalonderwijs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord taalonderwijs moet gebruiken is:
Het taalonderwijs
Aanwijzend voornaamwoord taalonderwijs
Dit of deze taalonderwijs: dit taalonderwijs
Dat of die taalonderwijs: dat taalonderwijs

Bezittelijk voornaamwoord taalonderwijs
Onze of ons taalonderwijs: ons taalonderwijs
Jouw of jou: jouw taalonderwijs

Elke of elk taalonderwijs?
Elk taalonderwijs
Gerelateerd aan taalonderwijs