De of het taalcompetentie? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord taalcompetentie? Is het de taalcompetentie of het taalcompetentie? Het juiste lidwoord dat je voor het woord taalcompetentie moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord taalcompetentie
Dit of deze taalcompetentie:
deze taalcompetentie
Dat of die taalcompetentie:
die taalcompetentie
Bezittelijk voornaamwoord taalcompetentie
Onze of ons taalcompetentie:
onze taalcompetentie
Jouw of jou:
jouw taalcompetentie
Elke of elk taalcompetentie?Elke taalcompetentie
Gerelateerd aan taalcompetentie