De of het taalbad? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord taalbad? Is het de taalbad of het taalbad? Het juiste lidwoord dat je voor het woord taalbad moet gebruiken is:
Het taalbad
Aanwijzend voornaamwoord taalbad
Dit of deze taalbad: dit taalbad
Dat of die taalbad: dat taalbad

Bezittelijk voornaamwoord taalbad
Onze of ons taalbad: ons taalbad
Jouw of jou: jouw taalbad

Elke of elk taalbad?
Elk taalbad
Gerelateerd aan taalbad