De of het T-biljet? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord T-biljet? Is het de T-biljet of het T-biljet? Het juiste lidwoord dat je voor het woord T-biljet moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord T-biljet
Dit of deze T-biljet:
dit T-biljet
Dat of die T-biljet:
dat T-biljet
Bezittelijk voornaamwoord T-biljet
Onze of ons T-biljet:
ons T-biljet
Jouw of jou:
jouw T-biljet
Elke of elk T-biljet?Elk T-biljet
Gerelateerd aan T-biljet