De of het studieschuld? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord studieschuld? Is het de studieschuld of het studieschuld? Het juiste lidwoord dat je voor het woord studieschuld moet gebruiken is:
De studieschuld
Aanwijzend voornaamwoord studieschuld
Dit of deze studieschuld: deze studieschuld
Dat of die studieschuld: die studieschuld

Bezittelijk voornaamwoord studieschuld
Onze of ons studieschuld: onze studieschuld
Jouw of jou: jouw studieschuld

Elke of elk studieschuld?
Elke studieschuld
Gerelateerd aan studieschuld