De of het studiebeurs? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord studiebeurs? Is het de studiebeurs of het studiebeurs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord studiebeurs moet gebruiken is:
De studiebeurs
Aanwijzend voornaamwoord studiebeurs
Dit of deze studiebeurs: deze studiebeurs
Dat of die studiebeurs: die studiebeurs

Bezittelijk voornaamwoord studiebeurs
Onze of ons studiebeurs: onze studiebeurs
Jouw of jou: jouw studiebeurs

Elke of elk studiebeurs?
Elke studiebeurs
Gerelateerd aan studiebeurs