De of het studentenpas? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord studentenpas? Is het de studentenpas of het studentenpas? Het juiste lidwoord dat je voor het woord studentenpas moet gebruiken is:
De studentenpas
Aanwijzend voornaamwoord studentenpas
Dit of deze studentenpas: deze studentenpas
Dat of die studentenpas: die studentenpas

Bezittelijk voornaamwoord studentenpas
Onze of ons studentenpas: onze studentenpas
Jouw of jou: jouw studentenpas

Elke of elk studentenpas?
Elke studentenpas
Gerelateerd aan studentenpas