De of het strandhuis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord strandhuis? Is het de strandhuis of het strandhuis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord strandhuis moet gebruiken is:
Het strandhuis
Aanwijzend voornaamwoord strandhuis
Dit of deze strandhuis: dit strandhuis
Dat of die strandhuis: dat strandhuis

Bezittelijk voornaamwoord strandhuis
Onze of ons strandhuis: ons strandhuis
Jouw of jou: jouw strandhuis

Elke of elk strandhuis?
Elk strandhuis
Gerelateerd aan strandhuis