De of het straftijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord straftijd? Is het de straftijd of het straftijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord straftijd moet gebruiken is:
De straftijd
Aanwijzend voornaamwoord straftijd
Dit of deze straftijd: deze straftijd
Dat of die straftijd: die straftijd

Bezittelijk voornaamwoord straftijd
Onze of ons straftijd: onze straftijd
Jouw of jou: jouw straftijd

Elke of elk straftijd?
Elke straftijd
Gerelateerd aan straftijd