De of het strafport? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord strafport? Is het de strafport of het strafport? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord strafport kunt gebruiken zijn:
De strafportHet strafport
Aanwijzend voornaamwoord strafport
Dit of deze strafport: dit strafport / deze strafport
Dat of die strafport: dat strafport / die strafport

Bezittelijk voornaamwoord strafport
Onze of ons strafport: onze strafport / ons strafport
Jouw of jou: jouw strafport

Elke of elk strafport?
Elke strafport / elk strafport
Gerelateerd aan strafport