De of het strafoplegging? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord strafoplegging? Is het de strafoplegging of het strafoplegging? Het juiste lidwoord dat je voor het woord strafoplegging moet gebruiken is:
De strafoplegging
Aanwijzend voornaamwoord strafoplegging
Dit of deze strafoplegging: deze strafoplegging
Dat of die strafoplegging: die strafoplegging

Bezittelijk voornaamwoord strafoplegging
Onze of ons strafoplegging: onze strafoplegging
Jouw of jou: jouw strafoplegging

Elke of elk strafoplegging?
Elke strafoplegging
Gerelateerd aan strafoplegging