De of het strafcel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord strafcel? Is het de strafcel of het strafcel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord strafcel moet gebruiken is:
De strafcel
Aanwijzend voornaamwoord strafcel
Dit of deze strafcel: deze strafcel
Dat of die strafcel: die strafcel

Bezittelijk voornaamwoord strafcel
Onze of ons strafcel: onze strafcel
Jouw of jou: jouw strafcel

Elke of elk strafcel?
Elke strafcel
Gerelateerd aan strafcel