De of het starttoets? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord starttoets? Is het de starttoets of het starttoets? Het juiste lidwoord dat je voor het woord starttoets moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord starttoets
Dit of deze starttoets:
deze starttoets
Dat of die starttoets:
die starttoets
Bezittelijk voornaamwoord starttoets
Onze of ons starttoets:
onze starttoets
Jouw of jou:
jouw starttoets
Elke of elk starttoets?Elke starttoets
Gerelateerd aan starttoets