De of het stamceldonor? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord stamceldonor? Is het de stamceldonor of het stamceldonor? Het juiste lidwoord dat je voor het woord stamceldonor moet gebruiken is:
De stamceldonor
Aanwijzend voornaamwoord stamceldonor
Dit of deze stamceldonor: deze stamceldonor
Dat of die stamceldonor: die stamceldonor

Bezittelijk voornaamwoord stamceldonor
Onze of ons stamceldonor: onze stamceldonor
Jouw of jou: jouw stamceldonor

Elke of elk stamceldonor?
Elke stamceldonor
Gerelateerd aan stamceldonor