De of het sprakeloosheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord sprakeloosheid? Is het de sprakeloosheid of het sprakeloosheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord sprakeloosheid moet gebruiken is:
De sprakeloosheid
Aanwijzend voornaamwoord sprakeloosheid
Dit of deze sprakeloosheid: deze sprakeloosheid
Dat of die sprakeloosheid: die sprakeloosheid

Bezittelijk voornaamwoord sprakeloosheid
Onze of ons sprakeloosheid: onze sprakeloosheid
Jouw of jou: jouw sprakeloosheid

Elke of elk sprakeloosheid?
Elke sprakeloosheid
Gerelateerd aan sprakeloosheid