De of het sportgeneeskunde? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord sportgeneeskunde? Is het de sportgeneeskunde of het sportgeneeskunde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord sportgeneeskunde moet gebruiken is:
De sportgeneeskunde
Aanwijzend voornaamwoord sportgeneeskunde
Dit of deze sportgeneeskunde: deze sportgeneeskunde
Dat of die sportgeneeskunde: die sportgeneeskunde

Bezittelijk voornaamwoord sportgeneeskunde
Onze of ons sportgeneeskunde: onze sportgeneeskunde
Jouw of jou: jouw sportgeneeskunde

Elke of elk sportgeneeskunde?
Elke sportgeneeskunde
Gerelateerd aan sportgeneeskunde