De of het sportdrank? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord sportdrank? Is het de sportdrank of het sportdrank? Het juiste lidwoord dat je voor het woord sportdrank moet gebruiken is:
De sportdrank
Aanwijzend voornaamwoord sportdrank
Dit of deze sportdrank: deze sportdrank
Dat of die sportdrank: die sportdrank

Bezittelijk voornaamwoord sportdrank
Onze of ons sportdrank: onze sportdrank
Jouw of jou: jouw sportdrank

Elke of elk sportdrank?
Elke sportdrank
Gerelateerd aan sportdrank