De of het speelvlak? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord speelvlak? Is het de speelvlak of het speelvlak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord speelvlak moet gebruiken is:
Het speelvlak
Aanwijzend voornaamwoord speelvlak
Dit of deze speelvlak: dit speelvlak
Dat of die speelvlak: dat speelvlak

Bezittelijk voornaamwoord speelvlak
Onze of ons speelvlak: ons speelvlak
Jouw of jou: jouw speelvlak

Elke of elk speelvlak?
Elk speelvlak
Gerelateerd aan speelvlak