De of het speeltuig? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord speeltuig? Is het de speeltuig of het speeltuig? Het juiste lidwoord dat je voor het woord speeltuig moet gebruiken is:
Het speeltuig
Aanwijzend voornaamwoord speeltuig
Dit of deze speeltuig: dit speeltuig
Dat of die speeltuig: dat speeltuig

Bezittelijk voornaamwoord speeltuig
Onze of ons speeltuig: ons speeltuig
Jouw of jou: jouw speeltuig

Elke of elk speeltuig?
Elk speeltuig
Gerelateerd aan speeltuig