De of het speelkaart? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord speelkaart? Is het de speelkaart of het speelkaart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord speelkaart moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord speelkaart
Dit of deze speelkaart:
deze speelkaart
Dat of die speelkaart:
die speelkaart
Bezittelijk voornaamwoord speelkaart
Onze of ons speelkaart:
onze speelkaart
Jouw of jou:
jouw speelkaart
Elke of elk speelkaart?Elke speelkaart
Gerelateerd aan speelkaart