De of het souvenir? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord souvenir? Is het de souvenir of het souvenir? Het juiste lidwoord dat je voor het woord souvenir moet gebruiken is:
Het souvenir
Aanwijzend voornaamwoord souvenir
Dit of deze souvenir: dit souvenir
Dat of die souvenir: dat souvenir

Bezittelijk voornaamwoord souvenir
Onze of ons souvenir: ons souvenir
Jouw of jou: jouw souvenir

Elke of elk souvenir?
Elk souvenir
Gerelateerd aan souvenir